Pocketvering

Het interieur van een pocketveringmatras wordt gevormd door een groot aantal stalen veren die apart van elkaar verpakt zijn in een katoenen hoesje (pocket) en daardoor onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen.

De veerkracht van het matras wordt bepaald door de dikte van het staaldraad, de hoeveelheid veren per m3, het aantal slagen en de vorm van de veren. Door op bepaalde punten te variëren met de draaddikte ontstaan de zogenaamde comfortzones. De veren zijn afgedekt met een laag polyether, koudschuim, latex of traagschuim.
 

Eigenschappen

Een pocketveringmatras past zich redelijk tot goed aan aan de lichaamsvorm, ventileert goed tot zeer goed en heeft een zeer goede vochtregulatie. Over het algemeen is een pocketveringmatras koeler om op te slapen dan een schuim- of latexmatras.